Rigved

अग्निमीळे पुरोहितं यज्ञस्य देवमृत्विजम्। होतारं रत्नधातमम् ॥

  • अग्निम् (Agnim): Agni – de godheid van het vuur.
  • ईळे (Iḷe): Ik prijs of Ik aanbid.
  • पुरोहितं (Purohitaṃ): De priester of degene die ervoor staat.
  • यज्ञस्य (Yajñasya): Van het offer of van het ritueel.
  • देवम् (Devam): Het goddelijke of de god.
  • ऋत्विजम् (Ṛtvijam): De dienstdoende priester of degene die het ritueel op het juiste moment uitvoert.
  • होतारम् (Hotaram): De aanroeper of degene die offers brengt.
  • रत्नधातमम् (Ratnadhātamam): De schenker van schatten of degene die de meest waardevolle dingen geeft.

Samved

अग्न आ याहि वीतये गृणानो हव्यदातये । नि होता सत्सि बर्हिषि ॥.

  • अग्न आ याहि वीतये (Agna ā yāhi vītaye):

O Agni, kom om te genieten. Deze regel roept de godheid Agni (vuurgod) aan om deel te nemen aan het offer.

  • गृणानो हव्यदातये (gṛṇāno havyadātaye):

Geprezen en aangeroepen, om deel te nemen aan de offergave. Dit beschrijft de manier waarop Agni wordt benaderd, met lofprijzing en offers.

  • नि होता सत्सि बर्हिषि (ni hotā satsi barhiṣi):

Zit als de Hotar op het heilige gras. Dit geeft Agni de opdracht om op het Kusha-gras te gaan zitten, een heilig materiaal dat bij rituelen wordt gebruikt.

Yajurved

इषे त्वा, ऊर्जे त्वा

  • इषे (iṣe): voor kracht of voor voedsel .
  • त्वा (tvā): voor jou.
  • ऊर्जे (ūrje): voor voeding of “voor energie.
  • त्वा (tvā): voor jou.

Atharvaved

शन्नो देवीरभिष्टय आपो भवन्तु पीतये। शं योरभि स्त्रवन्तु नः ॥

शं (schijn): Welzijn, welzijn.

  • नः (nah): Onze.
  • देवीः (devih): Godinnen.
  • अभिष्टय (abhishtaya): Voor ons verlangen, voor onze wensen.
  • आपः (apah): Wateren.
  • भवन्तु (bhavantu): Moge dat zo zijn.
  • पीतये (peetaye): Om te drinken.
  • शं (schijn): Welzijn, welzijn.
  • योरभि (yoraabhi): Voor ons bestwil, voor ons bestwil.
  • स्रवन्तु (sravantu): Mogen ze stromen.
  • नः (nah): Onze