Crematie

  1. 1. Crematie en de terugkeer naar de grote heer Shiva.
    Bijna alle Hindoestanen kiezen voor crematie, omdat zij geloven dat dit de snelste manier is om terug te keren naar Shiva (de goddelijke beschermer van het universum). De dood wordt in het hindoeïsme niet als iets negatiefs gezien, maar als een noodzakelijke stap naar wedergeboorte. De ziel verlaat het lichaam en zoekt een nieuwe fysieke vorm. Het lichaam is slechts tijdelijk en moet daarom snel worden verbrand, om de ziel los te laten.
  2. 2. Reïncarnatie en wedergeboorte
    Binnen het hindoeïsme bestaat de overtuiging dat de ziel meerdere levens kent door middel van reïncarnatie. De meeste hindoes worden daarom gecremeerd, zodat de ziel zich losmaakt van het lichaam en verder kan reizen. Er is geen vaste religieuze verplichting, maar priesters spelen een belangrijke rol in de begeleiding van dit proces.
  3. 3. De 16 Sanskaars
    In het leven kent men volgens de hindoeïstische traditie 16 belangrijke overgangsrituelen of ‘sanskaars’. Eén daarvan vindt plaats bij het sterven. Hierbij worden de naasten gewaarschuwd om afscheid te nemen. Er wordt water (idealiter uit de Ganges) in de mond van de stervende gegeven. Symbolisch water staat voor leven, vergankelijkheid en oneindigheid.

    De oudste zoon, dochter of een andere mannelijke verwant legt een basilicumblaadje en rijst in de mond van de stervende. Er wordt ook gebeden en vaak is er een pandit (priester) aanwezig die het proces begeleidt.

  4. 4. Elementen: Water, Vuur, Ether, Lucht en Aarde
    Na het overlijden speelt het contact met het lichaam een grote rol in de rouw. Meestal wordt de overledene ritueel gewassen en in gewijde doeken gewikkeld. Mannen krijgen meestal een pak aan, vrouwen een sari.

    In de ontvangstzaal van het crematorium wordt een lampje (‘dia’) aangestoken en er wordt water en ghee (geklaarde boter) geofferd voor de ziel. Daarna vertrekt men naar de ovenruimte, onder begeleiding van gebeden en teksten uit de Bhagavad Gita, Garur puran en Ramayan.

  5. 5. Eerbetoon aan Brahm
    Op de dag van de crematie scheren mannen in de familie (vooral de oudste zoon of dochter) hun hoofd als teken van rouw. Er vindt een ceremonie plaats waarbij symbolische poppetjes van rijstmeel, honing, melk, ghee, suiker en zwarte sesamzaad worden gemaakt: de zogeheten pindhs. Deze worden geofferd als eerbetoon aan Vishnu en symboliseren de elementen en de eenheid van lichaam en ziel. De pindhs worden bij het lichaam gelegd: in de handen, bij het hoofd, de buik en de voeten. Er worden ook bloemen, geurige stoffen en rijst in de kist gelegd.
  6. 6. De crematie
    In het crematorium wordt de kist geopend en versierd. De oudste zoon loopt met een brandende fakkel drie keer om de kist heen en raakt de mond van de overledene aan. Daarna wordt de kist verbrand.

    Het is belangrijk voor de familie om het lichaam nog één keer te zien. De kist wordt vervolgens handmatig in de oven geduwd, vaak onder begeleiding van muziek, gebed en rijstoffers. Wegens drukte moet de crematie soms lang van tevoren worden gereserveerd.
  7. 7. As verstrooiing
    De as wordt verstrooid als laatste stap, waarbij men gelooft dat de ziel dan volledig vrij is. De voorkeur gaat uit naar verstrooiing in stromend water, het liefst in de Ganges in India. Soms bewaart de familie de as totdat iemand naar India reist. In Nederland wordt de as vaak over water verstrooid, bijv. de zee.
  8. 8. De rouwperiode
    Na de crematie volgt een rouwperiode van tien dagen, waarin men sober leeft en vegetarisch eet. Elke dag wordt een pindh-ritueel gehouden, waarbij er balletjes worden geofferd aan Moeder Aarde, als teken van reïncarnatie.

    Op de tiende dag wordt er vegetarisch gekookt voor de overledene, waarvan het bord op een speciaal plekje (tuin of balkon) wordt gezet.

    Op de twaalfde of dertiende dag volgt een grotere rouwceremonie thuis, onder leiding van een priester. Vrienden en bekenden mogen ook aanwezig zijn. De rouw wordt dan officieel opgeheven, hoewel sommige families ervoor kiezen om pas na zes maanden of een jaar feestelijke gebeurtenissen weer toe te staan. Na een jaar wordt de rouwperiode afgesloten met een ceremonie.

Belangrijkste punten op een rij:

  • Crematie is de norm, als snelle weg naar Vishnu.
  • Rituelen en gebeden zijn gericht op reïncarnatie en het loslaten van de ziel.
  • Familie speelt een centrale rol, vooral de oudste zoon of dochter.
  • Rouwperiode duurt minimaal tien dagen, met ceremoniële afsluiting na 12/13 dagen of na een jaar met Ganesh puja.
  • As verstrooiing gebeurt idealiter in stromend water, vaak in India, Suriname of in Nederland.